Het beeld van toen en onderweg

Het beeld van toen en onderweg

Voetstappen in de branding

Foto: Marijke van der Giessen

Toen we voor het laatst aan tafel zaten
zo vol van wat nog moest gezegd, we gaven het de tijd.
Maar je ging weg.
Een scheidslijn die zich zomaar kan voltrekken
onzichtbaar, dun en ijl
maar scherper dan een bijl het hout kan klieven,
de een het leven laat, de ander blijft.

Maar anders nu, ik zoek je vaak in stille, lege uren.
Het is zo snel gegaan,
jij ging onzichtbaar verder, ik liep verdwaald.
We zullen nooit meer zeggen wat houden van
betekent in de tijd .
Soms schreeuwde ik het van de daken,
dan weer wiegen herinneringen mij in zoete slaap.

Val ik in stukken, is herinnering te zwaar,
was je er ooit, is het wel waar?
Steeds opnieuw beginnen, soms ben je heel dichtbij.

Onzichtbaar is de grens waar je mij achterliet, niet ver.

Zoals een mond, een pen vol woorden en gedachten,
beelden en zinnen stil verschuiven langs elkaar,
als kijken naar een uitzicht dat zich steeds verplaatst.

Jeanette van Osselen

Bewaren

Bewaren

Dit bericht is geplaatst in Allerzielen, Gedichten, Herdenken, Jeanette van Osselen. Bookmark de permalink.