De zesde dag: Dieren en mensen
Viering voor de zesde dag van de Scheppingsperiode
– tekst: Marijke de Bruijne
– muziek: Wick Gispen
De begeleiding is te verkrijgen via Wick Gispen:
Meer informatie over deze vieringen vindt u hier.
Tekst
Ontwikkeling van al wat was stagneerde,
een grote ramp.
Komeetinslag? Klimaatverandering? Of beide?
Bijna alle leven kwam ten einde.
Maar uit wat was voorafgegaan is leven weer opnieuw ontstaan.
In dikwijls kleinere vormen.
Voedzame grassen verspreidden zich snel
om voedsel voor de eerste zoogdieren te zijn.
Bloemen kregen vorm en kleur.
Een grashalm (riethalm –’s winters) en enkele bloemen worden neergezet.
Foto’s , beelden, van zoogdieren.
De aarde begon eruit te zien zoals wij haar kennen.
Wij worden stil, geen woorden meer
en geen gedachten.
Slechts stilte, ademloze stilte, voor Jou, Bron van alle zijn.
Stilte
die overgaat in zacht zingen
Lied a)
De hemel verhaalt van Jouw majesteit,
het uitspansel over het werk van Jouw schepping.
De dag zegt het voort aan de volgende dag,
de nacht aan de volgende nacht.
Er wordt niets gezegd en geen woord wordt gehoord,
een taal zonder klank gaat over de aarde
en zingt de lof van Jouw schepping.
(naar psalm 19)
Genesis 1:24, 25
God zei: ‘Laten wij allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren ’
En zo gebeurde het.
God maakte alle soorten in het wild levende dieren en alles wat op de aardbodem rondkruipt.
En God zag dat het goed was.
Tekst
Wat is de mens zonder dieren?
Als alle dieren weg zijn zal de mens sterven aan een gevoel van grote eenzaamheid.
Want wat gebeurt met de dieren, gebeurt spoedig met de mens. ²)
Foto’s van dieren waar de mens mee omgaat worden bij de vorige gezet.
Misschien een levend beest?
Tekst
De mens, eindelijk, de mens…
Over ons begin is vrijwel niets bekend.
Voorouderlijke soorten verschenen en verdwenen,
maar eens liepen de eerste voorouders rechtop,
ontstond er een begin van taal, maakten zij werktuigen.
Eens moeten er de eerste vragen zijn geweest,
over het begin van de wereld, over wat groter was dan zij,
de vraag naar het hoe van dat onbegrepene dat hen omgaf,
het vermoeden daar een plaats in te hebben,
de vraag naar Jou.
Lied b)
Het wezen, geworden uit wat al was,
bewust van zichzelf, met gevoelens, gedachten,
met taal die de wereld betekenis gaf,
de mens, die Jouw majesteit zag.
Er wordt niets wordt gezegd en geen woord wordt gehoord,
een taal zonder klank gaat over de aarde
en zingt de lof van Jouw schepping.
Genesis 1: 26-28
God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde, over alles wat daar rondkruipt.’
God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hen, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen.
Hij zegende hem en zei: ‘Wees vruchtbaar en wordt talrijk, bevolk de aarde en breng de aarde onder je gezag; heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op aarde rondkruipen.’
Ook zei God: ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op aarde: dat zal jullie voedsel zijn. Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op aarde rondkruipen, geef ik de groene planten tot voedsel.’
En zo gebeurde het.
Tekst
Het wonder van het leven,
het wonder van het worden,
hoe meer wij ervan weten
des te groter dit wonder wordt.
Wij worden stil, geen woorden meer
en geen gedachten.
Slechts stilte, ademloze stilte, voor Jou, Bron van alle zijn.
Ja, Jou komt stilte toe als hoogste lof, Jij scheppend Vermogen. (Psalm 65:1)
Stilte
Tijdens deze stilte worden foto’s van mensen neergezet – verschillend in leeftijden, kleuren, perioden, overgaand in …
Lied a)
De hemel verhaalt van Jouw majesteit,
het uitspansel over het werk van Jouw schepping.
De dag zegt het voort aan de volgende dag,
de nacht aan de volgende nacht.
Er wordt niets gezegd en geen woord wordt gehoord,
een taal zonder klank tot de einden der aarde
bezingt de lof van Jouw schepping.
Tekst
Alles hangt met alles samen.
Wij zijn verbonden en verweven met elkaar op aarde.
De mens heeft het web van het leven niet geweven. Hij is slechts één draad ervan.
Wat de mens met het web doet, doet hij met zichzelf.
Wat er met de aarde gebeurt, gebeurt er met de kinderen van de aarde. *)
Gebed/Credo
Hoe meer wij weten over de wording van de aarde, des te groter onze eerbied voor Jou, Geheim daarin en daarachter,
des te meer raken wij ervan doordrongen dat wij de aarde, dit levend huis dat ook ons leven geeft, zorgvuldig moeten beheren en bewonen.
Lied c)
Wij zien om ons heen, wij de laatsten hier
ervaren een aarde waar alles met alles
verbonden, ons plaats heeft bereid.
Nu wij steeds meer wij weten over de wording van de aarde,
des te meer raken wij ervan doordringen dat wij niet als vorsten over deze prachtige aarde mogen regeren, maar haar als dienaars mogen beheren.
Lied d)
Wij zien om ons heen, wij de jongsten hier,
ervaren een aarde waar alles met alles
verbonden, ons plaats heeft bereid.
En des te meer raken wij ervan doordrongen
dat wij in samenspel met de structuren en processen waar ook wij deel van zijn en die de aarde schiepen en scheppen, moeten leven,
dat wij het verstand ons gegeven, gebruiken om die te volgen waar mogelijk,
slechts in te grijpen waar zij vernietigen,
maar haar mogelijkheden mogen ontwikkelen,
en niet meer te nemen van haar overvloed, nodig om te leven.
Lied c)
Wij zien om ons heen, wij de laatsten hier,
ervaren een aarde waar alles met alles
verbonden, ons plaats heeft bereid.
Korte stilte
die overgaat in het zingen van
Lied a)
De hemel verhaalt van Jouw majesteit,
het uitspansel over het werk van Jouw schepping,
De dag zegt het voort aan de volgende dag,
de nacht aan de volgende nacht.
Er wordt niets gezegd en geen woord wordt gehoord,
een taal zonder klank tot de einden der aarde
bezingt de lof van Jouw schepping.
– – – – – – –
a) De Hemel verhaalt: tekst en melodie. Het tweede couplet verschilt in een paar woorden van het eerste.
b) Het wezen: tekst en melodie
c) Wij zien om ons heen: couplet 1
d) Wij zien om ons heen: couplet 2
*) Citaten uit de toespraak uit 1854 van opperhoofd Seattle van de Dwamish-stam toen de blanken de stamgrond van zijn volk afpakten en hen onvruchtbare reservaten toewezen.