Droom
Er komt een vloot gevaren,
de grachten raken verstikt,
vissen en vogels sterven,
de stad wordt ingeblikt,
ik zie een gletsjer van plastic
glibberen over het land,
zich uitstrekkend naar de einder,
een vloed zonder wal of kant,
ons vliegtuig kan niet landen,
de wereld een rampgebied,
ik schrik wakker en ach, dromen
zijn louter bedrog. Of toch niet ?
Jaap Zijlstra