Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer, liedbespreking

Foto: M. van der Giessen

Foto: M. van der Giessen

Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer
liedbespreking

Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer,
daal, Heiland, uit uw hemel neer.
Ruk open, rijt ze uit het slot,
de hemeldeuren, Zoon van God.

Dauwt, hemelen, schenkt u maatloos uit,
daal, Heer, als dauw op dorstig kruid.
Gij wolken, breek in regens neer,
regen de Heiland, Israëls Heer.

Breek, aarde, uit, breek uit in pracht,
dat berg en dal van lente lacht.
O aarde, wek die roze rood,
ontspring, Heer, aan der aarde schoot.

Waar blijft Gij toch, o ’s werelds troost,
die wij verbeiden onverpoosd?
O daal toch uit uw hoog paleis
in ons verloren paradijs.

Gij klare zon, gij schone ster,
door ons aanschouwd van eindloos ver,
o zon ga op, o zonneschijn,
laat ons niet in het donker zijn.

Wij zijn hier in zo grote nood,
wij leven allen naar de dood.
O kom, en voer met sterke hand
ons weer terug in ’t vaderland.

In het ‘Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk’, zijn zeker nieuwe advents- en kerstliederen opgenomen, maar dit lied, lied 437, van Friedrich von Spee vertaald door Ad den Besten meegenomen uit het oude Liedboek blijft me verbazen en inspireren.

Uit de eerste drie coupletten klinkt een enorme energie, een kracht die de aarde te boven gaat.

Woorden als scheuren (Jesaja 64, 1), rukken, rijten, breken (3x)  lijken te verwijzen naar kosmische krachten. Heel de schepping staat op het spel, het gaat er niet zachtzinnig aan toe.

In deze beelden is de heiland geen klein kind, maar een potente zoon van God.

In het tweede couplet speelt de vruchtbaarheid een belangrijke rol. De hemel geeft zijn dauw af/stort zijn vocht uit (Jesaja 45,8) en de aarde ontvangt de dauw en kan daardoor in het volgende couplet uitbreken in pracht en de Heer ontspringt ‘aan der aarde schoot’.

Met een iets andere, maar verwante beeldspraak kun je zeggen dat hemel aarde een heilig huwelijk aangaan en dat daar onze verlossing uit ontspruit.

Het is een spel met mannelijke en vrouwelijke beelden waarvan je kunt zeggen dat het rolbevestigend is (hemel, hoog, Heer, potent vs aarde, onder, schoot, ontvangend). Maar juist in deze metaforen deelt heel de kosmos in verlossing.

In de volgende drie coupletten dragen de beelden ‘donker, verloren paradijs, nood, dood’ tegenover ‘zon, ster, zonneschijn, paleis, vaderland’ de tekst. De aandacht verschuift van heel de kosmos naar de mens die uitziet naar het licht. O zon ga op!

Andries Govaart

Dit bericht is geplaatst in Advent, Andries Govaart, Liederen. Bookmark de permalink.