Het theater van het heimwee

Het theater van het heimwee
(Carnaval)

De sneeuwklokjes
zijn de grond nog niet uit
of daar is het weer:
het carnaval.

Ik sta voor mijn spiegel
en vraag me af:
welk gezicht zal ik laten zien?
Ik heb er vele…

Gezichten
die me dierbaar zijn
én gezichten
die ik liever achter hou
omdat ze bevangen zijn
van een kou,
die past bij de tijd,
maar niet bij dit feest.

Nee, ik ben warm en sterk,
ik ben de koning en de kerk
de monnik en de bedelaar,
de atheïst, de tovenaar,
je zegt het maar.
Je zegt het maar.

Maar achter al die gezichten
schuilt
een ziel
die ineen krimpt bij de luide lach,
en zacht wordt
in de tranen van de clown.

Het theater van het heimwee
dendert door de straten.
Drie, vier korte dagen lang.
Proeven aan het paradijs
dat morgen alweer
tot as zal zijn vergaan.

En als ik dan weer
voor de spiegel sta
vraag ik me af:
waar was ik dan?
Waar was ik dan?

Guy Dilweg

Dit bericht is geplaatst in Gedichten, Guy Dilweg, Vasten. Bookmark de permalink.