In de stille leegte een spirituele ruimte
Titus Brandsma was een karmeliet die door de Duitse bezetter in 1942 is gearresteerd wegens verzetsactiviteiten. Hij stierf in 1942 in Dachau.
Karmelieten zien het als een opgave, om in het spoor van Elia, om op de plek waar zij zijn een eigen spirituele ruimte voor God te scheppen. In die stille leegte is er ruimte voor de Eeuwige die vele namen en beelden kent. Na zij arrestatie slaagt Titus erin die ruimte voor God in zijn cel te scheppen. Hij schrijft in het doorgangskamp in Amersfoort:
Het leed kwam telkens op mij aan
onmogelijk om het af te weren
met geen tranen te bezweren
‘k had het anders lang gedaan.
Toen ging het boven op mij staan
tot ik stil lag zonder wenen.
Duldend wachten moest ik leren
en toen is het heengegaan.
In zijn cel in de gevangenis in Scheveningen schrijft hij:
O laat mij hier maar stil alleen,
het kil en koud zijn om mij heen,
en laat geen mensen bij mij toe:
’t alleen zijn word ik hier niet moe.
Want Gij, o Jezus, zijt bij mij,
ik was U nimmer zo nabij.